Selkie

Er was eens, lang gelee
Hier niet zo ver vandaan
In het koninkrijk onder de zee
Een zeehond, Selkie was haar naam

Daar speelde ze met vrienden laat en vroeg
Tikkertje, maar ook verstoppertje was populair
Moeder zei dan vaak genoeg
“Selkie, ga je niet te ver?”

“Buiten de grenzen van ons gebied”
Zo vertelde moeder haar
“Gaan wij als zeehonden niet
Daar buiten… heerst gevaar”

Op een dag tijdens het spelen
Zwom Selkie iéts te ver vooruit
Dezelfde verstopplek gaat vervelen
En die paar meter.. maakt vast niet uit

Toen ineens een heel groot net
Zomaar om haar heen gehangen
Hoe ze zich ook verzet
Selkie zat gevangen

Een reus van een man
Nam haar mee naar 't vaste land
Wat was hij van plan?
Met die stok daar in zijn hand?

Dan… met één grote toverslag
Lag haar zeehondenhuid op de grond
Waar ze eerst als zeehond lag
Zag ze dat nu een meisje stond

In een oude kist van hout
Legde hij haar huid
Gesloten met een slot van goud
Met om zijn nek de sleutel naar zijn buit

Werken moest het meisje, vliegensvlug
Van haar Zeethuis kon ze enkel dromen
Haar huid, kreeg ze niet terug
De reus had haar vrijheid ontnomen

 

Maar op een dag zag ze verrast
Bij het stoffen onder het bed
De kist met haar zeehondenjas
Zorgvuldig weggezet

Selkie wacht tot midden in de nacht
Sluipt dan naar de snurkende man
Pakt de sleutel van zijn nek zooo zacht
Dat hij er niet wakker van worden kan

Voorts sluipt ze op het nachtkastje af
Daar ziet ze verrukt
Onbeschermd de toverstaf
Zachtjes pakken…. Phew gelukt!

Ze had de staf nog geen seconde vast
Of de reus opent zijn ogen, ziet de verdwenen staf
Selkie verstopt zich razendsnel in de kast
Met een kloppend hart, wacht ze af

Nu de reus ziet dat ook de sleutel is verloren
Rent hij om Selkie te bezoeken
“Ontsnapt!” is zijn woedende schreeuw te horen
Stormend naar buiten om haar te zoeken

Als een speer grijpt Selkie nu haar kans
Duikt onder het bed, grijpt de kist
Daar ligt ie, haar zeehondenjas
Die ze zo ontzettend had gemist

Met de huid op het strand gekomen
Staat met gemene grijns de man
Tussen zee en land om te voorkomen
Dat Selkie terug naar huis toe kan

Maar Selkie laat zich niet verslaan
Eén toverslag… dan prachtig licht
Waar ze eerst als meisje had gestaan
Ziet ze dat ze weer als zeehond ligt

Met haar voorvin breekt ze de toverstaf
De lach van de reus vergaat
Woedend springt hij op haar af
Maar haar staartvin weet wel raad

Ze raakt hem precies op zijn neus
Eén rake klap, hij valt gelijk
Bewusteloos.. ligt de reus
Selkie kan terug naar het waterrijk

Zo zwemt ze de vrijheid tegemoet
De reus blijft zijn leven nukkig
Voor Selkie is het einde goed
Zij leeft nog lang en gelukkig