De avond valt zachtjes, in ’t winterse land
De schemering fluistert door boom en door plant
De sneeuw in het landschap, mijn bed deze nacht
Ik val stil en ik luister naar ’n stem lang verwacht

Spreek tot mij, spreek tot mij paden van toen
Leidt mij al dwalend naar ’t zomerse groen
En wijs mij de weg elke stap, elk seizoen

De paden zijn donker, de maan onverlicht
Geen teken, geen schijnsel in mijn vergezicht
De heuvel voorbij, eerste straal van de zon
De ontluikende lente, verfrissende bron

Reik naar mij, reik naar mij, paden van ver
Loods mij door stormen van kleurige herfst
En schijn op mijn weg, als een gidsende ster

Tot slot komt het antwoord, als mist neergedaald
Niet al die verwonderd of dwaalt is verdwaald
De weg is soms zwierend, vooraf niet bepaald
Maar niet al die verwonderd of dwaalt is verdwaald

 

Credit originele muziek: Bear McCreary